Oost-Maarland Eijsden
Sint Martinuskerk
In 1855/56 plaatsten Pereboom & Leijser (Maastricht) in deze kerk een orgel. Dit werd in 1915 gewijzigd en in 1981 door Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) gerestaureerd (met handhaving van de in 1915 aangebrachte wijzigingen).
De St. Martinuskerk (te Breust) is de hoofdkerk van de parochie Breust-Eijsden geweest. De Martinuskerk grenst aan de noordzijde aan een klein plein en wordt daarvan gescheiden door een kerkhof. Ook aan de zuidzijde liggen graven en aan de absiskant een grasveld.
Van de rond 1200 gebouwde Romaanse kerk, die in 1393 werd verwoest, resteert slechts een in het torenportaal geplaatste Romaanse latei. De kerk werd daarna in gotische stijl herbouwd. Daarvan resteren nog de ronde hardstenen zuilen met maaskapitelen onder de spitsboogarcades van het huidige middenschip. Uitbreiding van het priesterkoor en aanbouw van beide sacristieën heeft plaats gevonden in respectievelijk 1722, 1851 en 1855. Hierdoor ontstond een driebeukige basiliek met ronde raambogen in de schepen, een halfrond gesloten koor en met een laatgotische toren van vier geledingen met ingesnoerde naaldspits.
De toren aan de westzijde stamt uit de 15e eeuw en werd in laatgotische stijl gebouwd. De torenspits, nu 42 meter hoog, werd in 1896 vernieuwd. Vooral de toren van het kerkgebouw is zeer bijzonder. Zoals veel Zuid-Limburgse kerktorens uit de hoge en late Middeleeuwen zijn de torens opgetrokken van mergelsteen, maar is deze toren met elegante gotische bogen en traceringen geleed. Hierdoor onderscheidt de kerktoren zich van de toch vooral sobere en weerbare tijdgenoten. In de toren hangen een klok uit 1766 gegoten door M. Legros en een klok uit 1810 van C. Drouot.
Het torenportaal is ook zeer bijzonder. Het stergewelf is fraai en de latei is een aanwijzing dat hier eeuwen voor de torenbouw al gehecht werd aan fijne en bijzondere producten van ambachtelijkheid. De latei heeft namelijk een bovenrand met twee flauwe hellingen die in een punt samenkomen. Het is voorzien van drie gebeeldhouwde medaillons tussen bladranken. In de medaillons zijn steeds een mens en een dier in strijd te vinden. De middelste kan men interpreteren als Samson en de leeuw. Dit is op zichzelf niet onlogisch, maar gaat voorbij aan de veelheid van dergelijke voorstellingen in de Romaanse kunst die niet per se aan het oudtestamentische verhaal refereren. Het linker paar zou beschreven kunnen worden als St. Michaël en de draak. Door de stijl van de reliëfs laat de latei zich in de tweede helft van de 12e eeuw plaatsen.
Het gotische schip achter de toren werd in 1722 vervangen door een barok schip en in 1851 werd het gotische koor vervangen door een grotere koorpartij met aan beide zijden een sacristieruimte. Daarbij werd het schip. Tot de inventaris behoren een Romaans hardstenen doopvont uit de 12e eeuw, een stenen altaar mensa in de sacristie daterend uit de 14e eeuw, kerkbanken uit 1663 en 1718, een preekstoel uit 1692 en twee zijaltaren en biechtstoelen uit de 18e eeuw.
Tegen de noordzijde van het koor bouwde men in 1879 een neogotische grafkapel voor de grafelijke familie De Geloes. In de kerk zelf zijn verschillende leden van de grafelijke familie Van Hoensbroeck, bewoners van kasteel Oost, begraven. Op het kerkhof liggen diverse 19e-eeuwse zerken met kruisen en de grafstenen zijn hier en daar nog identificeerbaar.
In 1855/56 plaatsten Pereboom & Leijser (Maastricht) in deze kerk een orgel. Dit werd in 1915 gewijzigd en in 1981 door Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) gerestaureerd (met handhaving van de in 1915 aangebrachte wijzigingen).